De reiziger en de spiegel

Er ging een oud gerucht door het land over een reiziger met een spiegel. De reiziger zou de hele wereld over gaan met een spiegel die speciale krachten had. Men zei dat de spiegel levens kon veranderen. Niemand wist hoe de spiegel en de reiziger eruit zagen, maar men zei dat de reiziger weer in het land was. Iedereen hoopte de reiziger en de spiegel tegen te komen. Er ontstond een levendige handel in spiegels die volgens zeggen de toverspiegel waren. Iedereen kon wel een spiegel met speciale krachten gebruiken. Men geloofde graag dat zij de echte spiegel hadden gekocht en was teleurgesteld wanneer er niks gebeurde.

De jongen zwierf graag buiten rond en ging het liefst op onderzoek. Hij was nieuwsgieriger dan goed voor hem was zeiden zijn ouders. Maar dat kon hem niks schelen. Eigenlijk mocht hij niet op de markt komen, omdat de markt aan de rand van het grote bos lag. Het was een duistere plek met vreemde mensen, maar de jongen kwam er graag. Hij zocht er naar nieuwtjes en verhalen over verre oorden die achter het bos lagen. De vreemde mensen bleken erg vriendelijk en waren geboren verhalenvertellers zodra ze doorhadden waarvoor de jongen kwam.

Vandaag liep hij ook over de markt en zag het hondje eerder dan de man.
De hond begon te kwispelen toen hij geaaid werd en de jongen schrok van een schorre stem.

‘Wat moet je jongen?’
‘Niks. Ik vind honden leuk. Van m’n ouders mag ik geen hond.’

De jongen keek op en zag een man die nogal indruk op hem maakte. Een groot, woest persoon met stug haar en borstelige wenkbrauwen. Zijn kleren versleten en handen als kolenschoppen, grof en ruw. De jongen was onder de indruk, maar niet snel bang en keek naar de man die bezig was een touw los te knopen.

‘Ik heb u hier nog nooit gezien.’
‘Je bent ook nog jong.’ 

Het touw hield een doek op zijn plek en de jongen zag dat er een vormeloos object onder stond. Toen de man het touw eindelijk los had en de zware deken met enorme kracht terugsloeg, zag de jongen een gigantische spiegel en tientallen kleinere spiegels eromheen.

De jongen maakte een gesmoord geluid.
Toen moest de jongen lachen en riep triomfantelijk:
‘U bent de reiziger met de spiegel!’ 

De reiziger zei niks, maar ontkende het ook niet.
De jongen sprong in de lucht.

‘Oh, u moet fantastische verhalen hebben over verre landen en alles wat daar gebeurt! Ze zeggen dat u over de hele wereld heeft gereisd.’

De reiziger gromde iets onverstaanbaars.

De jongen stond plotseling stil en keek op naar de reiziger.
‘Komt u vanavond eten bij mij en mijn ouders? Ik zou heel graag verhalen horen over de wereld en alles wat u heeft meegemaakt. Dan maken we er een feestmaal van.’
De man rommelde wat in zijn wagen en het leek alsof hij de jongen niet had gehoord.

‘Meneer de reiziger?’
De reiziger kwam overeind. ‘Moet ik iets meenemen?’
De jongen lachte breed. ‘Uw hondje!’

De ouders van de jongen waren dol van blijdschap toen ze hoorden dat de reiziger met de spiegel bij hen langs zou komen. Ze konden wel wat veranderingen gebruiken en waren overtuigd van de krachten van de spiegel. Vanavond tijdens een groots diner zou hun leven veranderen. Er werden prachtige kleren gekocht, kappers kwamen aan huis en hun beste spulletjes werden neergezet om het juiste spiegelbeeld te kunnen creëren. Aan ieder die het maar horen wilde vertelden de ouders: De spiegel komt! Nu zal ons leven veranderen. Alles wordt beter. Vrienden werden uitgenodigd en er werd getoost. Het ging wat langs de jongen heen. Hij verheugde zich met name op lekker eten, de verhalen van de reiziger en het hondje.

De deurbel klonk en er viel een gespannen stilte. Blikken werden uitgewisseld. Snel werden er nog wat kleren recht getrokken, baardjes gekamd en gordijnen gedrapeerd. De groep begon zich naar de hal te verplaatsen. De jongen sprintte voor de groep uit en trok enthousiast de deur open. Hij glimlachte van oor tot oor toen hij de reiziger en zijn hondje in de deuropening zag staan. De reiziger had ook een spiegel meegenomen. 

‘Kom binnen’, begon de jongen, maar werd onderbroken door zijn ouders die hem opzij duwden en de reiziger met veel poespas naar binnen loodsten. Achter zijn ouders zag de jongen mensen reikhalzend kijken en elkaar opzij duwen. De jongen snapte er niks van en keek naar het hondje wat naast hem was blijven staan. De reiziger scheen het niet vreemd te vinden en liet zich door de hal naar de woonkamer leiden. Daar aangekomen vroegen zijn ouders gretig of ze iets van hem konden aannemen. De spanning liep op. De reiziger overhandigde de spiegel, ging aan de eettafel zitten en trok een schaal met koteletjes naar zich toe.

Op het moment dat de spiegel was overhandigd ontstond er een plotselinge bedrijvigheid. De Spiegel kreeg een prominente plek in de kamer. Iedereen liep heen en weer en verschoof spullen terwijl ze met ontzag naar de spiegel bleven kijken. De jongen stond er bij en keek van de reiziger naar zijn ouders en hun vrienden.

De jongen probeerde het hondje aan zijn ouders te laten zien, maar niemand reageerde. De jongen keek naar de reiziger en besloot naast hem te gaan zitten. Gaan we eten? vroeg de jongen aan zijn ouders. Niemand hoorde hem. Ze hadden allemaal veel te veel aandacht voor de spiegel. 

Er gebeurde echter niks.

Na wat gesmoes pakte de groep het anders aan. Een voor een liepen zijn ouders en hun vrienden naar de spiegel. Een haar werd gladgestreken en pluisjes werden weggehaald. Er werd verleidelijk in de spiegel gekeken. lippen werden getuit en er werd dwingend gemompeld.

De jongen moest de ouders nog een keer roepen voordat iedereen aan tafel kwam zitten. Tijdens het eten was het stil. Om beurten keken de aanwezigen naar de spiegel en glimlachten of namen een onnatuurlijke houding aan terwijl ze probeerden hun soep te eten.

Er gebeurde nog steeds niks.

Af en toe stond er iemand op en schoof een fotolijstje wat naar links of zette een fauteuil heel precies in een andere hoek, maar het spiegelbeeld bleef een bepaalde leegte houden. 

Toen er na het eten nog steeds niks was gebeurd overheerste de teleurstelling. De spiegel had zijn speciale krachten niet getoond en er was niks veranderd in de levens van alle aanwezigen. Iedereen was moe van het mooi zijn, vol van het eten en beschonken van de drank. Men droop een voor een af en de ouders van de jongen besloten nooit meer over deze avond te spreken.

De reiziger had de hele avond geen woord gezegd, pakte de spiegel en liep richting de deur. De jongen kwam achter hem aan.

‘Sorry dat het geen leuke avond was.’
Hij krabde het hondje achter zijn oren.
‘Dat geeft niet,’ zei de reiziger. 

‘Waarom werkt de spiegel niet?’ vroeg de jongen.
‘De spiegel werkt wel, maar wordt verkeerd gebruikt.’
‘Ik snap het niet.’

De man keek de jongen voor het eerst echt aan
‘Wat zou je willen zien als je in de spiegel kijkt?’
De jongen haalde zijn schouders op. Hij wist het niet.

De reiziger gaf hem een hand, bedankte voor de gastvrijheid en liep de deur uit met het hondje dribbelend achter hem aan. De jongen keek hen na.

Die nacht kon de jongen niet slapen. Hij snapte niet wat er gebeurd was. Aan de ene kant was er niks gebeurd, de spiegel had zijn krachten niet getoond en levens waren niet veranderd. En tegelijkertijd was er toch een hoop gebeurd, maar de jongen wist niet precies wat. De vraag van de reiziger had hem aan het denken gezet.

De volgende dag ging de jongen langs bij de reiziger. De markt zou zich weer verplaatsen en iedereen borg de laatste spullen op terwijl de jongen zocht naar de reiziger. De reiziger was bezig de spiegels op zijn wagen te binden toen de jongen hem vond. Het hondje lag een eindje verderop in de vroege ochtendzon.

‘Ik weet nog steeds niet wat ik in de spiegel zou willen zien,’ zei de jongen. ‘Ik vind het alleen jammer dat de avond zo gelopen is. Ik wilde er een feestelijke maaltijd van maken en zou graag verhalen hebben gehoord over uw verre reizen.’

‘Dat geeft niet jongen,’ zei de reiziger.
‘Soms zijn mensen zo bezig met hun spiegelbeeld dat ze niet echt goed kijken naar wat er te zien is.’

‘Maar waarom kijken mensen dan niet goed?’

De reiziger zette de laatste spiegel op de wagen.
‘Soms zijn mensen gewoon afgeleid en soms mensen zijn bang.’
‘Bang voor wat?’
‘Bang voor wat ze zullen zien.’
‘Maar, als je het niet leuk vindt wat je ziet, dan verander je dat toch?’

De reiziger glimlachte flauw.
‘Dat kan, je kunt altijd iets veranderen.’
‘Waarom doen mensen dat dan niet?’
‘Er zijn een hoop redenen waarom mensen niet willen of kunnen veranderen. Verandering is moeilijk.’

‘Wat ziet u als u naar de spiegel kijkt?’

De reiziger tilde het hondje op en stapte in zijn wagen. Hij boog zich naar de jongen. ‘Ik zie een gewone spiegel. De spiegel zelf bezit geen kracht, alleen degene die erin kijkt.’

Hij pakte een kleine spiegel die naast hem stond en gaf hem aan de jongen. De jongen keek hem met grote ogen aan. De reiziger knipoogde.
‘Gebruik ‘m goed.’

Hij draaide zich om en reed weg.

De jongen keek hem na met de spiegel in zijn hand. Hij zag de reiziger nog net zijn hand naar hem opsteken voor hij in het bos verdween.

Meer tekeningen bekijken? Klik hier

2 thoughts on “De reiziger en de spiegel

  1. Ha Karlijn, een mooi en spannend verhaal. Het nodigt mij uit om met andere bedoelingen eens in de spiegel te kijken. Wat een verhaal komt er dan tevoorschijn? Ik voelde mij uitgenodigd om deze spontane reactie te schrijven. Groeten van Bert.

    1. Hoi Bert, wat een verrassing! Bedankt voor het lezen en het compliment. Hartelijke groet, ook aan Arja. Wie weet tot binnenkort ziens!

Geef een reactie