Lucht

De hemel bewoog van zwart naar blauw. Ik zat voor het raam. Aan de ene kant was de lucht diep donker, aan de andere kant lichter met versleten wolken ervoor. In het midden de vogels. Hoe meer de nacht verdween in dag, hoe stiller de vogels werden. De meeuwen schreeuwen nog wel.

De dag kwam meedogenloos binnen. Gestaag, als een stroom waarvan de kracht maar half duidelijk is. De lucht was aangenaam en kil tegelijk en ik had moeite met ademhalen. Het verbaasde me niet, het tekort aan lucht was langzaam zo gegroeid.

Soms vraag ik me af wat er werkelijk verandert. Het zou fijn zijn ergens heen te gaan, te veranderen. Ik denk graag dat ik mezelf kan veranderen.

De wolken zijn weg. Er hangt nu licht geel in de lucht, maar alleen als je goed kijkt. De meeuwen zijn verdwenen, de vogels zijn stil. De straatlampen zijn nog aan, maar gaan bijna uit.

Het licht van de dag dringt zich op en is bijna tastbaar. Nog heel even en de tijd zal weer gelden. Het breekt weer aan.

Geef een reactie